De Motor van de Elbe

Na een lange motorloze periode wordt er in 1974, als de Elbe grondig wordt verbouwd door Heinrich Schepers (en er op dat moment jammer genoeg vele oorspronkelijke details verloren gaan), een Deutz MAH 220, 18 PK, met een (merkloze?) keerkoppeling 2:1 (Systeem Brevo), ingebouwd.

In de praktijk blijkt deze motor wat weinig vermogen te hebben, zeker bij wind en stroom tegen en wordt zij in 2005 vervangen door de huidige Deutz MAH 320, 26 PK. Deze motor is qua afmetingen identiek aan de MAH220, alleen de boring is groter.

De oude 4-bladsschroef, diameter 630 mm, kan behouden blijven.

Gegevens van de motor

De Deutz MAH 320 is een 4-takt motor.

Boring 160 mm.

Motor werd met behulp van een lontje met de hand gestart. Inmiddels is een “dynastart” geïnstalleerd om de motor te starten en vervolgens stroom te leveren voor de accu’s. Bij deze procedure wordt nog altijd een lontje gebruikt.

Koeling: Oorspronkelijk verdampingskoeling.

Op de motor is een waterreservoir gebouwd. Dit water gaat koken door de hitte van de motor en door verdamping wordt deze warmte afgevoerd. Een dergelijke constructie werd ook wel “eierkoker” genoemd . De motor heeft tegenwoordig een geautomatiseerde koeling met thermostaat.

Vaarsnelheid 5 knopen/mijl per uur.

Zoals aangegeven heeft de Elbe lange tijd zonder motor dienst gedaan, Wanneer de eerste motor is ingebouwd en hoe de verdere geschiedenis van de motoren en de Elbe is, is niet volledig duidelijk en met de nodige vraagtekens omgeven.

Volgens een lijst in het boekwerkje over “Die Entwicklung der Ostfriesichen Fischerei von 1880 bis 1920” heeft de Elbe op dat moment een motor. Merk en type zijn onbekend. Het vermogen is 32 PK/PS.

Ook in de “Liste der Fischerfahrzeuge” en het “Versicherungsschein” van 1920 en respectievelijk 1921 blijkt de Elbe op deze momenten gemotoriseerd te zijn.

Uit de correspondentie met Herbert Karting blijkt op basis van gegevens uit verschillende “Fischerei Almanache” dat er sprake is van motoren in 1926 ( 20 PS) en 1938 ( 42PS).

Volgens de “Seefischerei Almanach” van 1939 heeft de Elbe op dat moment geen motor.

Op de meetbrief van 1948 wordt aangegeven dat het scheepje op dat moment wel (weer?) is voorzien van een motor.

In 1951 is er echter sprake van een “Kutter ohne Motor”.

Dit laatste gegeven komt overeen met de herinneringen van Luke Meinerz uit Ditzum (meesterknecht op de werf van Bultjer), Albert Wehner (Leer) en Klaus Tietjen (Leerort). Zij hebben de Elbe altijd gekend zonder motor. Het uitbouwen van de motor zou ook te maken hebben gehad met het overmatig brandstof gebruik. Als de Elbe van Leerort naar Ditzum v.v. moest, liet men zich door de eb- of vloedstroom de rivier op- of afdrijven en gebruikte men de roeiriemen voor het laatste stukje naar de haven of ligplaats.

Op de zolder van het voormalige woonhuis van Reemt en Annette Bruhns, Pfefferstrasse 44, Ditzum, waren de roeiriemen en ook de (waarschijnlijke) roeidollen nog aanwezig in 2002.

Op foto’s van Kai Veenstra van een drooggevallen Elbe bij Leerort en van Jan Karkens op de werf op Urk is opvallend het ruwe met de snijbrander uitgesneden gat in het roer t.b.v. een schroef. Dit gat bewijst dat op het moment van bouwen de Elbe nog geen motor heeft gehad. Wanneer de eerste motor is geplaatst blijft vooralsnog onduidelijk. Is dit nog gebeurd in de periode als bebakeningsvaartuig in Bielenberg door Willy Sietas of gebeurde dit later? (of eerder?). In het boven aangehaalde boekwerkje “Die Entwickelung der Ostfrisieschen Fischerei” doet vermoeden dat Sietas nog een motor heeft laten inbouwen.

Na een paar jaar gevaren te hebben met de Deutz MAH 220 18 pk. Kiezen we er toch voor een iets zwaardere motor te plaatsen. Het wordt een Deutz MAH 320 26 pk. Deze moter is qua dimensies identiek aan de MAH 220 behalve de boring welke bij de MAH 220, 150 mm en bij de MAH 320, 160 mm is. De slag bij beide motoren is 200 mm.

In 2012 nemen we de beslissing om de motor te laten reviseren door een gerenommeerde firma. Na oplevering loopt de motor echter vast met een hoop ellende tot gevolg. Aanvankelijk wordt er goed door het bedrijf gereageerd en lijkt het probleem goed opgelost te worden. Doordat er echter, naar later blijkt, bij de reparatie een afwijkende, gebruikte (nieuwe onderdelen zijn niet meer leverbaar bij een dergelijk oude motor) nokkenas is geplaatst, volgen een aantal “ongemakkelijke” jaren. Het oplossen van het probleem blijkt niet zonder tussenkomst van juristen en verzekering te kunnen, hetgeen veel energie en gedoe tot gevolg heeft. Tijdens deskundig onderzoek door o.a. Erik Smids, komt de fout van de verkeerde nokkenas naar voren. Waarschijnlijk door vooral een kokervisie bij het revisiebedrijf is dit lang onduidelijk gebleven.

Inmiddels zijn de verhoudingen behoorlijk verzuurd waardoor wij afscheid van het bedrijf moeten nemen. Jammer.

We gaan nu met een reserve Deutz MAH 320 aan de gang. Met behulp van Frits Grobben en Wieland Schildmeyer wordt in 2017 deze motor gereviseerd en voorzien van een aantal technische “updates”, zoals een geautomatiseerd koelingssysteem en oliedrukmeter/alarm welke aan dek is af te lezen.

.

Het starten van de Deutz a.b. van de Elbe—>”Symfonie van de Elbe”. Filmpje van Cor Bolt. https://youtu.be/5ywWjq2Sn4U

Na de restauratie moet er natuurlijk met de Elbe gezeild worden, Zie–> Varen op de zeilen